In de rol van opvangcentrum voor koudbloedigen en geleedpotigen wordt "SERPO" veelvuldig geconfronteerd met de negatieve gevolgen van het thuis verzorgen van exoten. Denk hierbij aan overtollig geraakte dieren als roodwang sierschildpadden en dieren die problemen hebben veroorzaakt, zoals de recentelijk ontsnapte Sahara schorpioenen te Brielle.
Vanwege deze exotenproblematiek wordt steeds vaker vanuit de maatschappij de wens geuit om het houden van dit soort dieren te gaan verbieden.
Wat is hier mede oorzaak van? Het is voor een leek vaak moeizaam om de voor hem adequate informatie te vergaren over het te houden dier. Door objectieve, volgens een vast stramien opgestelde voorlichting kan veel dierenleed en maatschappelijk onrust voorkomen worden. Daarmee kan ook de roep, om het houden van dieren aan sterke regels te gaan binden, verminderen.
Weetje. Wist u dat een mens niet haar eigen elleboog kan likken.
Waar ik voor pleit:
De dierenbijsluiter.
De dierenbijsluiter omvat de volgende gegevens:
Door de min of meer confronterende werking die uit zal gaan van een dergelijke bijsluiter zullen velen afzien van de aanschaf van een voor hen minder geschikt dier en kiezen voor een geschikter te houden dier.
Een dierenbijsluiter moet voor een ieder eenvoudig te verkrijgen zijn via bijvoorbeeld internet, dierenwinkels en dierenhouders verenigingen.
Zolang een dierenbijsluiter niet wettelijk verplicht is zouden branche organisaties als Dibevo, maar ook verenigingen van houders van die dieren dergelijke bijsluiters, kostenloos, ter beschikking moeten stellen aan (aspirant) dierenkopers.
Aanvullend op de dierenbijsluiter bepleit ik het verder dat houders van potentieel gevaarlijke dieren gebonden moeten worden aan een vergunningenstelsel. De vergunning zou de aspiranthouder moeten verplichten voldoende theoretisch kennis en praktijk ervaring (met vergelijkbare maar niet potentieel gevaarlijke soorten) op te doen over de te houden soort dier. Stommiteiten als het laten ontsnappen van Sahara schorpioenen zouden hiermee tot het verleden kunnen behoren.
Onder gevaarlijke dieren moet verstaan worden al die dieren die een min of meer acute bedreiging kunnen zijn voor de volksgezondheid door bijvoorbeeld bijtkracht, giftigheid of overdraagbare ziektes (zoonoses) . Denk bij het laatste aan kromsnavelachtigen (papegaaienziekte) en katachtigen (toxoplasmose).
Ik weet dat wat betreft men een aanvaardbaar risico noemt er over het algemeen met zeer verschillende maten gemeten wordt.
Zelfs een verzonnen verhaal over een lanspuntslang in Enkhuizen is reden voor veel commotie.
Meldingsplicht. Het zou zinvol zijn dat houders van potentieel gevaarlijke dieren, gifslangen, grote honden, bijen, etc. dit melden bij hulpverlenenden instanties als brandweer en politie. Zodat in geval van een calamiteit men daar rekening mee kan houden.
Ander argument is dat bij het verbieden om potentieel gevaarlijke dieren te houden zeker niet inhoud dat deze dieren niet meer gehouden gaan worden. Het aanschaffen van dit soort dieren is dankzij internet en de open grenzen tegenwoordig allemaal wel heel erg gemakkelijk geworden. Ander niet te verwaarlozen feit is dat Nederlanders er een soort sport van maken juist verboden zaken interessanter te vinden dan legale zaken. Ik moet er niet aan denken dat bij voorbeeld bij een brand de hulpverleners oog in oog komen te staan met een tiental giftige slangen waar soort, herkomst etc., van onbekend zijn.
Het verbieden om dit soort dieren als huisdier te houden wil nog niet zeggen dat Nederland gevrijwaard is van dit soort dieren. Jaarlijks worden bij "SERPO" tientallen dieren opgevangen die als verstekeling zijn meegenomen in reis bagage en in handelszendingen vanuit de gehele Wereld. Afgelopen 2 jaar waren daar ook een aantal giftige dieren bij als, monocle cobra, Russel's adder, enkel ratelslangen, vele schorpioenen, zwarte weduwen, en veel ongevaarlijke dieren als hagedissen, vogelspinnen, niet giftige slangen, kevers, etc.
Het houden van gevaarlijke dieren is in Nederland niet verboden mits je aan een aantal voorwaarden voldoet.
Zoals artikel 425 Wetboek van Strafrecht
TITEL I Overtredingen betreffende de algemene veiligheid van personen en goederen .. Art. 425 .
Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft:
1e° hij die een dier op een mens aanhitst of een onder zijn hoede staand dier, wanneer het een mens aanvalt, niet terughoudt;
2e° hij die geen voldoende zorg draagt voor het onschadelijk houden van een onder zijn hoede staand gevaarlijk dier.
Sommige gemeentes hebben daarnaast een Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Veelal bestaat de mogelijkheid hiervoor ontheffing te krijgen om dit soort dieren te houden. Je moet het houden van gevaarlijke dieren net zo zien als het besturen van een auto. Dat is ook niet verboden mits je maar aan een aantal voorwaarden voldoet. Denk hierbij aan het rijbewijs, auto in veilige staat, bestuurder niet dronken etc.
Samengevat:
Maatregelen en aanbevelingen:
Dat mensen zich eenvoudig laten beïnvloeden blijkt maar weer uit het feit dat 8 van de 10 lezers van dit bericht inderdaad geprobeerd hebben hun elleboog te likken of dit alsnog stiekem gaan proberen.
En als het woord sex niet boven dit stuk gestaan had, was dit schrijven waarschijnlijk minder aandachtig gelezen. Dus bedankt voor de aandacht.
Onderstaande artikelen verschenen al in 1982 en 1985 in Litteratura Serpentium. Daar toen al bleek dat de problematiek m.b.t. het verantwoord houden van gifslangen enige regelgeving of gedragsregels noodzakelijk maakte. De commotie rond de vermeende ontsnapte lanspuntslang in Enkhuizen in 1999 en de recente ontsnapping van een groot aantal Sahara schorpioenen in Brielle geeft aan hoe actueel dit onderwerp maar weer eens een keertje is.
Walter Getreuer 1982..2005
Reacties op bovenstaande mening en onderstaande artikelen
GIFSLANGEN IN HET TERRARIUM, WEL OF NIET VERANTWOORD ?
Inhoud: Inleiding - Indeling naar giftigheid - De gifslangenhoud(st)er - Wet gifslangen-terrarium - Conclusie - Literatuur.
INLEIDING
In verband met de problematiek rond het houden van gifslangen in het terrarium deed de heer J. van Hulst onlangs in het blad 'Politie Dierenbescherming" de aanbeveling het houden van gifslangen te verbieden middels een Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Volgens hem zijn de risico's, verbonden aan het houden van gifslangen, te groot, niet zo-zeer voor de directe omgeving, als wel voor de terrariumbouder zelf.
Momenteel is het houden van gifslangen in een aantal Nederlandse gemeenten niet toegestaan zonder schriftelijke goedkeuring van B & W. In de overige gemeenten zijn nu geen beperkende bepalingen bekend betreffende het houden van gifslangen. Dat aan het houden van gifslangen risico's verbonden zijn, zal een ieder duidelijk zijn maar of deze risico's onaanvaardbaar groot zijn lijkt mij discutabel; vandaar deze pennenvrucht.
Voor alle duidelijkheid is het misschien goed hier eerst een kwalificatie te geven van de in dit artikeltje ter sprake gebrachte niet-giftige, zwak-giftige en giftige slangen. Onder niet-giftige slangen moeten we verstaan alle soorten slangen die het zogenaamde AGLYFE gebit bezitten, dat wil zeggen een gebit zonder giftanden.
Zwak-giftige slangen zijn, op een enkele uitzondering na, alle zogenaamde OPISTHOGLYFE slangen en enkele nader te specificeren slangen met het zogenaamde SOLENOGLYFE gebit. Bijvoorbeeld Trimeresurus, Causus (en eventueel andere genera of soorten).
Onder giftige slangen verstaan we die soorten slangen, waarvan bekend is of aangenomen mag worden, dat hun beet tot ernstige gevolgen bij mensen kan leiden. In principe vallen hier alle soorten PROTEROGLYFE en de meeste SOLENOGLYFE slangen onder.
In de toekomst zal wellicht op gemeentelijk niveau (middels een A.P.V.) of zelfs door een landelijke wettelijke maatregel het houden van gifslangen aan regels gebonden kunnen gaan worden.
Van de houd(st)er (in spe) van gifslangen mag verwacht worden dat deze over een behoorlijke dosis kennis en praktische ervaring beschikt met betrekking tot de verzorging van slangen.
Ik zelf zou graag als aanbeveling willen zien dat het houden van gifslangen alleen toegestaan wordt aan reptielenliefhebbers die tenminste 5 jaar praktische ervaring hebben in de verzorging van niet-giftige slangen. Na deze periode van 5 jaar kan het deze slangenliefhebber (eventueel middels een vergunningenstelsel) toegestaan worden slangensoorten te houden die vallen onder de categorie zwak-giftige slangen. Na vervolgens tenminste 3 jaar de zogenaamde zwak-giftige slangen met goed gevolg in gevangenschap gehouden te hebben, kan eventueel overgegaan worden tot het houden van onverschillig wat voor soorten gifslangen. Waarom zulke vrij lange periodes van praktische ervaring, eer aan het houden van giftige slangen begonnen mag worden? De praktijk beeft helaas geleerd dat veel beginnende slangenbouders vaak meer gedreven worden door een soort sensatie zin dan door liefde voor het reptiel. Juist deze "liefhebbers" schaffen zich veelal een slang aan als een soort statussymbool en brengen daarmee hun omgeving en zichzelf in gevaar. Zij zijn het ook die vaak zeer snel teleurgesteld zijn in hun nieuwe hobby omdat slangen over het algemeen maar weinig enerverende dieren zijn.
Eerste vereisten zijn dat het gifslangenterrarium ontsnappingsvrij en voor onbevoegden ontoegankelijk is. Een deugdelijk slot moet dit mogelijk maken. De materialen waaruit het terrarium opgebouwd is moeten breukvast en vervormingsvast zijn. Terraria gemaakt van normaal vensterglas zijn mijns inziens niet geschikt voor het herbergen van giftige dieren omdat de kans op glasbreuk te groot is. Staalglas (gehard glas) of lexaan zijn meer geëigend voor dit doel. Bij de bouw van een gifslangenterrarium moeten we uitgaan van een simpel maar doeltreffend systeem. Terraria met allerlei voederluikjes, watergeefluikjes etc. zijn door de veelheid aan meer of minder ingenieuze constructies ter voorkoming van ontsnapping juist door de veelheid aan sloten en dergelijke, eerder onpraktisch dan praktisch in het gebruik. Immers wordt bij het afsluiten van het terrarium gauw een luikje over het hoofd gezien, waardoor de slang juist kan ontsnappen. Mijn voorkeur gaat uit naar een terrarium dat door slechts een slot volledig afgesloten wordt. Een schuine voorruit die noch naar links noch naar rechts verschoven kan worden, geeft de zekerheid dat het terrarium nooit op een kier kan blijven staan. Omdat de ruit schuin naar achteren valt sluit deze mede door zijn eigen gewicht, het terrarium in een keer volledig af. Een afsluitbaar nachthok is eveneens aan te bevelen; een vogelbroedhokje of iets dergelijks voldoet prima in de praktijk. Bij het ontwerpen van een dergelijk terrarium dient men goed in ogenschouw te nemen dat veel soorten gifslangen eierlevendbarend (ovovivipaar) zijn en dat de jongen soms akelig klein geboren worden, zodat ook voor dit kleine grut het terrarium ontsnappingsvrij moet zijn. Met name schuiframen kunnen problemen geven omdat de ruimte tussen de twee ruiten voor sommige slangensoorten groot genoeg is om daarlangs te ontsnappen. Wellicht is het niet overbodig om er op te wijzen dat de broedstoof waarin eieren van gifslangen uitgebroed worden) eveneens goed gesloten dient te zijn. Niet alleen moet er aandacht aan de constructie van het terrarium geschonken worden, maar ook aan de omgeving waar men het terrarium opstelt. Een gifslangenterrarium plaatsen in een kinderkamer op een gammel tafeltje is natuurlijk vragen om problemen. Tenslotte hoort eveneens tot de verantwoordelijkheid van de gifslangenbouder het in huis hebben van sera en andere medische hulpmiddelen als stuwbanden, een scalpel en dergelijke Daarbij behorende uitgebreide (Nederlandstalige) gebruiksaanwijzingen, die duidelijk maken wat men moet doen bij een gifslangenbeet, zijn zeer noodzakelijk.
Het is volgens mij mogelijk gifslangen in gevangenschap op verantwoorde wijze te houden, mits men de risico's, verbonden aan het houden van gifslangen, onderkent en daar ook naar handelt.
Het lijkt mij tot de verantwoordelijkheid van de terrariumverenigingen te horen dat zij hun leden adviseren zich bij het houden van giftige slangen te gedragen volgens (nader te bepalen) speciale afspraken, dit om de risico die verbonden zijn aan het houden van giftige slangen binnen aanvaardbare grenzen te houden.
Net het bovenstaande hoop ik een richtlijn te hebben gegeven voor het bepalen van de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om giftige slangen op verantwoorde wijze in gevangenschap te houden.
Hulst, Jan van, 1982. Handel in gifslangen sterk toegenomen. Politie Dierenbescherming, Vol. 57 (6): 183-184.
Onderstaand artikel is eerder gepubliceerd geweest in Litteratura Serpentium in 1985
Delft.
Inhoud: Inleiding - Gifslangen en de Nederlandse gemeenten - Het begin - Gifslangen en verzekeringen - Hanteren van gifslangen - Koppen tellen - Handschoenen - Oefening baart kunst - Conclusie - Literatuur.
Aan het houden van gifslangen kunnen risico’s verbonden zijn, dat weet iedereen. Het is dan ook van belang dat de houder(-ster) van gifslangen deze risico’s op een aanvaardbaar minimum houdt. Zoals bekend, ons leven is vol met gezondheids- en levens- bedreigende zaken, zoals het verkeer, elektriciteit, gas, huishoudmiddelen, huisdieren, etc. Wij hebben ermee leren leven en kunnen ermee omgaan, dit voornamelijk dankzij het feit dat er in onze opvoeding op gewezen wordt hoe het één en ander te voorkomen of doordat de overheid ons verplichtingen oplegt (denk bijvoorbeeld aan het rijbewijs) om die risico's tot een algemeen aanvaardbaar minimum te reduceren. De praktijk leert helaas dat er met gifslangen soms nog lichtzinnig wordt omgesprongen. Ik hoop dat de in dit artikel gegeven aanwijzingen kunnen leiden tot een verantwoord houden van gifslangen.
In het merendeel van de Nederlandse gemeenten is het houden van gevaarlijke dieren beperkt door een zogenaamde "Algemene Plaatselijke Verordening" (APV) Het is veelal mogelijk een ontheffing op deze A.P.V. te verkrijgen, mits men aan de bij de ontheffing verbonden voorwaarden voldoet. Een aantal gemeenten heeft de richtlijnen uit het eerder door mij geschreven stukje (Getreuer, 1982) en uit een recent artikel van Van Woerkom & Stoel (1985) als voorbeeld genomen bij het al dan niet verlenen van een vergunning tot het houden van gifslangen.
Bekijk in deze artikelen of globaal aan het geschetste profiel voldaan wordt. Zo ja, dan zal de toekenning van een vergunning naar alle waarschijnlijkheid geen probleem zijn.
Het kan ook zijn dat er in Uw gemeente geen bepalingen gelden. Kortom, informeer vooraf of dergelijke bepalingen van kracht zijn in uw woonplaats. Dit kan een hoop ellende en teleurstellingen besparen.
We kunnen een nog zo goed beveiligd gifslangenterrarium hebben, kasten vol hulpmiddelen en toch nog steeds onverantwoord bezig zijn met het houden van gifslangen. Het op ondeskundige wijze omgaan met dit soort dieren is al meermalen de oorzaak van een beet geweest. Aan de hand van een aantal praktijkvoorbeelden wordt aangetoond waar het mis gegaan is en vooral hoe het één en ander voorkomen had kunnen worden.
Als men begint met het houden van gifslangen moet men zich realiseren dat vroeg of laat het dier eens ter (blote) hand genomen moet worden. Een ziek dier, of een dier dat aan parasieten lijdt zullen we toch moeten behandelen, of niet soms?
Een gifslang uit een zakje in een terrarium schudden is geen kunst maar de slang uit het terrarium vangen voor bijvoorbeeld medische verzorging vereist een bepaalde kundigheid. Het beetpakken van een gifslang berust niet op durf, maar op weten wat u doet om het risico van een beet uit te sluiten. Denken dat jou niets overkomt berust op hoogmoedswaanzin.
Het houden van gifslangen begint met de aanschaf van zo'n dier. Het verantwoord omgaan met gifslangen moet hier al zijn start hebben.
Zoals natuurlijk altijd heeft de aspirantkoper zich van tevoren uitgebreid georiënteerd op het gebied van de te kopen gifslang(en) en zich goed voorbereid op het houden van de gifslang(en). Kortom, men is bewust bezig. Toch gaat het bij de aanschaf van de gifslang vaak al goed fout. Door het, veelal, ontbreken van goede vangmiddelen, slangenzakken en dergelijke wordt de gifslang op zeer klungelachtige wijze in een doosje of zakje gemanoeuvreerd. Het liefst wordt er dan zelfs meer dan één dier per zakje of doosje verpakt. Met niet giftige slangen is dit al een probleem. Met gifslangen is dit zelfs gevaarlijk. Proberen koste wat het kost een gifslang in een klein doosje of zakje te manoeuvreren met een in de haast geïmproviseerde slangenstok, gefabriceerd uit kleerhangers en een bezemsteel is vragen om moeilijkheden.
Ga goed voorbereid op stap. Neem ruime, liefst fel gekleurde (bijvoorbeeld rode) slangenzakken mee, een beugel om de zakken in op te hangen. Gemaakt uit bijvoorbeeld een badmintonracket. Een stevige slangenstok mag eveneens niet ontbreken evenmin als een goed afsluitbare koelbox, voorzien van ventilatiegaten, om de dieren in te vervoeren. Iets wat iedereen logisch vindt om te doen, maar wat regelmatig verzuimd wordt is de slangen zak te controleren op gaten of los stiksel, alvorens de gifslang in de zak te doen. Sluit de zak af met een stevig touw, zorg hierbij dat erboven deze sluiting voldoende ruimte overblijft om de zak beet te pakken. Pak nooit een zak met daarin een gifslang onder de knoop beet, u zou niet de eerste zijn die zo een daarin vermeld de dieren die gehouden worden, blijkt met het toenemend aantal diefstallen van slangen, tegenwoordig ook geen overbodige luxe meer te zijn.
Om het risico van een beet zo klein mogelijk te houden proberen we de dieren zo min mogelijk te hanteren.
Pak een gifslang zo min mogelijk achter de kop beet. Het zal duidelijk zijn dat een dier dat direct achter de kop beetgepakt wordt, zich sterk bedreigd voelt en zich ook fanatiek zal proberen te verdedigen.
Moeten we dieren slechts hanteren om het terrarium te verschonen of om de dieren in een ander terrarium onder te brengen, dan gaan we als volgt te werk.
- Ratelslangen en adders hebben in de regel last van hoogtevrees, maak hier gebruik van door de dieren met behulp van een haak, die halverwege onder het lichaam van de slang geschoven wordt, het dier snel (ongeveer 50 cm) van de grond te lichten. Zware slangen als pofadders en grote ratelslangen moeten we met behulp van twee haken optillen.
- Cobra's, mamba's en dergelijke laten zich niet zonder meer op deze manier hanteren daar zij geen last van hoogtevrees hebben. Zij laten zich van de haak vallen of kruipen via de stok naar boven. Door een aan één zijde gesloten kartonnen koker in het terrarium te leggen kunnen we op veilige wijze mamba's verplaatsen. We wachten tot de dieren zich in de koker verstopt hebben. Met een lange tang plaatsen we een stop of iets dergelijks op de open zijde van de koker. Denk aan ventilatie. De op deze wijze gevangen slang(en) kunnen we nu eenvoudig verplaatsen. De truc met de koker werkt ook goed met cobra's. Cobra's laten zich ook goed op een stok verplaatsen mits we de cobra in haar bewegingsvrijheid belemmeren. Cobra's zijn visueel ingesteld, dat wil zeggen dat ze weinig of nagenoeg niet op aanrakingsprikkels reageren. Door de cobra met behulp van de eerder genoemde haak op ongeveer een derde van haar lichaamslengte vanaf de kop op te lichten en met de vrije hand de staart beet te pakken voorkomen we dat de slang kan vluchten.
Een goede haak kan gemaakt worden uit een stevig stukje gebogen metaal dat op stevige wijze aan de top van een metalen buis of stok bevestigd wordt. Het spreekt voor zich dat de lengte van de stok zo lang is, dat met de handen buiten het bereik van de gifslang gebleven wordt.
De ideale slangenstok.
Door de haak op deze wijze te buigen wordt voorkomen dat bij fixatie van de kop van de slang, het dier zijwaarts kan wegglippen.
Gedeponeerd ontwerp "SERPO” (c) 1981.
Door het goedaardig karakter van de meeste gifslangen worden maar weinig mensen, tijdens het beetpakken achter de kop, gebeten, terwijl daar alle gelegenheid voor was.
Gifslangen worden vaak op verschillende, verkeerde manieren beetgepakt. De zeer misleidende afbeeldingen in boeken, waar de tanden van de gifslang getoond worden, worden vaak als voorbeeld genomen hoe een gifslang beetgehouden zou moeten worden.
Men vergeet dat voor dit soort opnamen veelal dode dieren gebruikt worden. De wijze waarop deze dieren beetgehouden worden, zal bij levende dieren zeker in een beet resulteren. In 'Snakes and snakerige" (Visser & Chapman, 1978) staan op pagina 6 een aantal afbeeldingen waar iemand de giftanden van een pofadder laat zien. Met de wijsvinger wordt de onderkaak van de slang naar onder gedrukt en met een pincet wordt een giftand naar voren getrokken. Wie dit nadoet met een levende gifslang, wordt zeker gebeten. In hetzelfde boek wordt op pagina 50 een Kaapse cobra (Naja nivea) beetgehouden. Met de
duim op de kop van het dier en met de volle hand om de hals van het dier. Een dergelijke manier van beet houden gaat bij een cobra (proteroglyf) maar geeft bij een solenoglyfe slang (adders, ratelslangen en dergelijke) ernstige problemen. Door de beweeglijkheid van de kaken en de scharnierbare gif tanden van solenoglyfe slangen zijn deze in staat hun giftanden langs hun onderkaak naar buiten te scharnieren of zelfs dwars door hun onderkaak een tand in hun belager te drijven. Een terrariumhouder in de randstad heeft dat aan den lijve ondervonden met een zandadder (Vipera ammodytes). De gevolgen van de beet waren gelukkig niet al te ernstig.
Moet een gifslang om wat voor reden dan ook achter de kop gepakt worden, dan is het zaak de slang vlot en resoluut te pakken nadat we de kop met behulp van een stok of haak tegen de grond gedrukt hebben. Kies hiervoor een stevige, vlakke ondergrond. Druk niet te hard, menige slang heeft dit al moeten bekopen met zwaar gekneusde wervels of zelfs met een gebroken nek.
Nadat de kop goed geïmmobiliseerd is plaatsen we eerst de wijsvinger boven op de kop, vlak achter de ogen, met de duim en middelvinger pakken we de nek, vlek achter de kaken beet. Met de ringvinger en de pink wordt de hals van de slang ondersteund. Met de vrije hand pakken we het dier halverwege het lichaam beet. Een assistent kan eventueel de cloaca dichtdrukken om een smeerboel te voorkomen. Licht nimmer een slang alleen aan de kop op. Het is zaak de vingers in éénmaal in de juiste positie achter de kop te plaatsen. Wees er op bedacht dat door de enigszins krampachtige houding van de vingers die de kop van de gifslang vasthouden, kramp en gevoelloosheid kan optreden waardoor de greep onzeker kan worden.
Om het dier zo min mogelijk te verstoren en haar niet de gelegenheid te geven een gerichte verdediging uit te voeren is het van belang het dier zo vlot mogelijk te vangen.
Wellicht ten overvloede: mocht het terrarium door meer dan één slang bewoond worden, haal dan eerst de te vangen gifslang met de haak uit het terrarium en vang haar op de aangegeven wijze op de grond. Vergeet niet het terrarium af te sluiten. Mamba's laten zich het best pakken door het dier eerst in een koker te laten kruipen waar we aan één zijde een lange ruime slangenzak bevestigd hebben. Nadat de slang in de koker gekropen is en we de koker afgesloten hebben, schudden we de mamba in de slangenzak die we dichtbinden en vervolgens van de koker afnemen. Door de slangenzak tegen een glasplaat, met daarachter een lamp, te plaatsen kunnen we de kop van het dier door de zak heen met een stok immobiliseren, de slang kan dan door de zak heen achter de kop gepakt worden.
Bij het terugzetten in het terrarium van de gifslang laten we eerst het lichaam van de slang voor het grootste gedeelte op de bodem van het terrarium rusten. De kop houden we op ongeveer een derde van de lichaamslengte van de slang boven de bodem. Door bij het loslaten van de kop deze enigszins (niet te hard) van u af te werpen en tegelijkertijd uw hand uit het terrarium terug te trekken, loopt u geen kans alsnog door de slang gebeten te worden.
Maak er een goede gewoonte van om alvorens het gifslangenterrarium te openen te kijken waar alle bewoners zich bevinden. Aan de hand van de twee praktijkvoorbeelden (uit Nederland) zal duidelijk zijn waar deze aanwijzing goed voor is.
- Zo werd een liefhebber in het noorden van het land in de schouder gebeten door een bamboeadder (Trimeresurus sp.). De slang lag op een richeltje vlak boven de schuifruiten. Bij het voorover buigen in het terrarium beet de slang in de schouder toe. Afgezien van het feit dat het pijn doet kan de beet van zo'n dier geen kwaad.
- Een liefhebber uit de Randstad had in Thieme's terrariumgids gelezen, dat ratelslangen een hekel aan vocht hebben. Hij trok hier de (verkeerde) conclusie uit, dat zijn prairieratelslangen (Crotalus
viridis viridis) zich dan ook niet verscholen zouden houden op een vochtige plek in het terrarium. Bij het uitgraven van een plant op deze vochtige plek werd hij door een daar verscholen prairieratelslang gebeten. Dankzij adequate medische hulp in het Dijkzicht ziekenhuis te Rotterdam kreeg de, op zich ernstige, beet een gunstige afloop.
Ten onrechte wordt er nogal veel vertrouwen in handschoenen gesteld. Zelfs dikke leren handschoenen bieden onvoldoende bescherming tegen de beet van solenoglyfe slangen. De snelheid en de kracht waarmee dit soort slangen op hun prooi c.q. belager toebijten, kunnen we vergelijken met een speld die we met een slag door leer heen drijven. U zult merken dat de speld met relatief gemak zelfs door dik leer heen gaat. Voor de giftanden van een (met name solenoglyfe) gifslang geldt dus hetzelfde.
In België is de eigenaar van een openbare reptielencollectie, dwars door een handschoen heen, in de bovenkant van zijn hand gebeten door een McMahons adder (Eristicophis macmahonii). Op het stijf blijven van de gewrichten na, heeft de man, na toediening van Echis-serum, geen verdere nadelige gevolgen van de beet overgehouden. Kortom vertrouw niet zonder meer op handschoenen.
Alvorens over te gaan tot het hanteren van gifslangen is het raadzaam de kneepjes van het vak te oefenen met niet-giftige slangen. Agressieve slangen als Cook’s boa's (Corallus enydris cooki) en dergelijke lenen zich daar prima voor. Ga serieus te werk, denk niet dat doe ik even. Het is meermalen voorgevallen dat men tijdens dit oefenen gebeten werd. Dit is alleen maar pijnlijk, bij een gifslangenbeet liggen de zaken echter geheel anders. Wees erop bedacht dat ondanks het feit dat het "droog" oefenen goed gaat, het voor het eerst hanteren van een gifslang gepaard gaat met spanningen en dit de kans op fouten vergroot. Bereid je goed voor en neem er de tijd voor. Haastwerk, omdat er bijvoorbeeld nog een trein gehaald moet worden, is uit den boze. Werk altijd met z'n tweeën, het is onmogelijk een gifslang goed beet te houden en tegelijkertijd het dier te sonderen of medisch te verzorgen, laat dit aan de assistent over. Degene die de kop vasthoudt moet oppassen, dat de kop niet in de buurt van bijtbare objecten komt. Zo werd in het oosten van het land iemand door een monocle cobra (Naja naja kaouthia) in de duim gebeten, ondanks het feit dat het dier met de andere hand op de juiste wijze werd vastgehouden.
De praktijk leert, dat veel gifslangenbeten voorkomen hadden kunnen worden. Slordigheid en nonchalance zijn vaak de aanleiding tot ongelukken. Het zal duidelijk zijn dat de gifslangenhouder(-ster) te aller tijde van diens verantwoordelijkheid bewust moet zijn. Net zo min als auto's, wapens, gereedschap, etc. behoren gifslangen tot de categorie onschuldig speelgoed en zal er dus overeenkomstig gehandeld moeten worden.
Sutherland, Struan K., 1985. Eerste hulp bij een gifslangebeet. Litt. Serp., Vol. 5 (2): 73-77 / Eng. ed.: 71-75.
Woerkom, A.B. van & P.B. Stoel, 1985. Richtlijnen veiligheidseisen voor het houden van gifslangen. Litt. Serp., Vol. 5 (3): 86-91 / Eng. ed.: 82-87.
Sex !
Op zich een begrijpelijke reactie maar of dit in de praktijk ook zo goed zal uitpakken heb ik zo mijn bedenkingen over, namelijk;
Over het algemeen kan er van uitgegaan worden dat ‘ dierenliefhebbers ’ te goede trouw een dier aanschaffen. Dit met de intensie goed voor het dier te zorgen en daar geen maatschappelijke overlast mee te veroorzaken. Door onkunde en onwetendheid gebeurt dit helaas wel veelvuldig.
Onder het mom van gelijke monniken gelijke kappen zou ook een hondenbezitter een cursus moeten volgen zodat de hond (en vaak ook de houder zelf) een sociaal en betrouwbaar wezen blijft of weer wordt.
Leuk weetje. In Nieuw Zeeland betaalt een hondenbezitter minder hondenbelasting als hij een dergelijke cursus gevolgd heeft.
Eigenaar oprichter "SERPO"
Om de missie en visie van "SERPO" uit te dragen zijn o.a. volgende zaken gerealiseerd.
zie ik graag tegemoet op de
Door: W.K. Getreuer, Delft.
INDELING NAAR GIFTIGHEID
DE GIFSLANGENHOUD(ST)ER
HET GIFSLANGENTERRARIUM
CONCLUSIE
LITERATUUR
Verantwoord omgaan met gifslangen.
Door Walter K Getreuer
INLEIDING
GIFSLANGEN EN DE NEDERLANDSE GEMEENTEN
HET BEGIN
HANTEREN VAN GIFSLANGEN
KOPPEN TELLEN
HANDSCHOENEN
OEFENING BAART KUNST
CONCLUSIE
LITERATUUR